Pelgrimsreünie

We gaan HIER even 4 jaar terug. Het is 5 maart 2016 en ik vertrek vanuit het koude en grijze Amersfoort voor een tocht van 3000km naar Santiago. Door heel het zuiden van Nederland, België en Frankrijk zo huppa naar het noorden van Spanje. Het begin van een heel nieuw tijdperk, kun je wel zeggen. Soms lees ik mijn blog terug, kijk ik door de foto’s of blader ik door de dagboekjes die ik schreef.

2016 in Frankrijk

Met dat avontuur begon ik ook dit blog, als heuse pelgrim. Veel lezers van nu nog steeds kwamen hier vier jaar geleden door mijn camino, dat vind ik erg leuk dat er mensen zijn blijven hangen. Ook krijg ik regelmatig mailtjes van nieuwe/aanstaande pelgrims die mijn blog hebben gevonden op het internet.

Ergens in een gehucht in Frankrijk, de dag dat ik bij de nonnen de nacht mocht doorbrengen, liep ik een café in voor WiFi. Het was een stom cafe, de mannen aan de bar staarden allemaal naar mij en ik wilde er snel weer weg. Ik was bijna bij de deur toen ik werd aangesproken door twee gasten. Of ik naar Compostela liep en waar ik vandaan kwam. Ik zei Ja en dat ik uit Nederland kwam. Toen begonnen ze Nederlands (nee nee Vlaams, dat is echt heel anders, sorry) tegen mij te praten en ging ik bij ze zitten en bestelde een biertje.

2020 Mau-en met De Belgen en Guust!

Dat was het begin van een wekenlang samen-optrek avontuur met ontzettend veel bier en gelach. De ‘heilige kroegentocht’. Na twee weken (geloof ik) kwam daar een vierde bij: De Tilburger. Met ons vieren konden we de wereld aan, in ieder geval Frankrijk.

Afgelopen weekend, na ruim vier jaar dus (!), zagen we elkaar weer. De meest diepverstopte herinneringen haalden we samen op. Maar eigenlijk zaten we meer ons favoriete spel het Traditionele Zuid-Afrikaanse Mau te spelen. Ik heb geen idee of ik er vier jaar geleden überhaupt over heb geschreven. Ik zal er nu even de tijd voor nemen, het is de moeite waard.

Dit spel is een soort pesten maar je mag je eigen regels bedenken, mits je wint. In het begin zijn er 3 kaarten waar iets mee is, maar niemand weet precies wat het is (behalve 1 iemand in het spel). Als je het spel vaker speelt, weet je de eerste drie regels natuurlijk ook wel.

Als je wint mag je een regel verzinnen, dat mag van alles zijn. Zo had ik van het weekend iets voor de ‘2’ verzonnen. Een handeling, maar niemand wist het en niemand kon het raden. Pas als ik een ‘2’ zou opgooien zou iedereen het weten. Maar dat gebeurde niet. Of bijvoorbeeld alleen even-kaarten op ‘3’ of alleen plaatjes op ’10’. Of een of andere vage zin roepen bij ‘aas’. (Je kan het spel ook stuk maken door onmogelijke regels te verzinnen.) In 2016 was er ook opeens de regel dat Zora overgeslagen moest worden bij de hartenkaarten. Altijd leuk.

Boven 2016, onder 2020 – nog steeds kinderachtig

Klinkt super gaar hè. En mega super frustrerend. Als je een hoge bloeddruk hebt, speel het spel niet. Speel het spel ook niet met mensen die niet tegen hun verlies kunnen. Want geloof me, dan ga je met ruzie naar bed.

Ik google nu even dat spel, maar ik kan het niet vinden en kom zelfs op mijn blog terecht. Guust?! Hoe the koekoek ben je aan dit spel gekomen?

We wilden een ‘lange’ wandeling maken, zonder rugtas dit keer. Maar we bleven uren zitten bij een theehuis en zijn na een klein rondje stappen alweer naar het volgende terras gegaan. Eigenlijk verschilde het niet zoveel van 2016 in Frankrijk. Wel was er minder bier en was iedereen vier en half jaar ouder.

Groetjes, vooral aan de vaste gasten die hier al vanaf 2016 zijn! Luf ya.

Amersfoort – Santiago #104 EINDE

weer: regen regen regen 20°C
afstand: 23
dorpen: santiago

Lief dagboek,

Dat was het.

Dit was het.

Mijn tocht zit er op. Na 104 dagen en bijna 3000km is het gedaan. Al die meters, al die stappen. Het is klaar. Voor mezelf, naar Santiago.

En daar was de kathedraal. Hij verscheen voor mij en ik keek er naar.

DAAR LIGT SANTIAGO

Vanmorgen werd ik om een uur, drie uur en vijf uur wakker. Helemaal op van de zenuwen. Doordat ik geweldige oordopjes heb, keek ik om vijf uur op om te zien dat de groep Spaanse leerlingen al weg waren. Mooi. Ik pakte snel m’n slaapzak in, pakte m’n natte kleren (die nog steeds nat en muf waren) van de railing en verdween naar de gang.

Snel weg. Want Santiago is waiting zoals ze al in St Jean tegen ons zeiden.

Buiten besefte ik mij dat het donker was. Ja natuurlijk is het donker! Het is fucking vijf uur. Ik ben bijna in Santiago! Na een dappere poging de weg te vinden in het donker, pakte ik toch m’n koplamp er bij. De straatverlichting verdween namelijk in het bos en ik zag niets.

Ondertussen regende het weer en m’n koplamp deed het niet goed. Wat een avontuur. Ik ben er bijna! Hinkelend over stenen en takken werd het langzamerhand licht. Mooi, lamp uit en ik kon weer zien waar ik liep en waar de gele pijlen waren.

Bij een bar na vijftien km ja nu ben ik er echt bijna! kwam ik Felix tegen, een Duitse jongen die ik al de hele Frances af en toe zie. We hebben een broodje gegeten en ik ben snel door gegaan nog tien km denk ik te doen dus ik ben er bijna!

En toen

Toen zag ik Santiago. Ik zag het. Ik zag Santiago! Daar lag het! Voor m’n neus! Waar is de kathedraal? Ik liep door, flinke pas er in. Santiago kwam dichterbij. Wat een grote stad zeg. Ik zie de kathedraal nog niet, waar is hij! 

Kathedraal van binnen

 Pas na 45 (!) minuten kwam ik in het centrum van Santiago. Het oude gedeelte. Het schoot niet op. En de regen ging harder en harder. Koude benen met die korte broek. Maar goed, doorgaan! WAAR IS DIE KATHEDRAAL! Weggetjes omhoog, klein, oud, ik kom dichterbij. Ik ben er bijna. Jaa ja jaaaa waar is die kathedraal kom op waar ben je waar is dat plein waar is de kathedraal ik ben er bij-..

Jaaaaaaaaaaaaaa!!!!!!!!!!!!

JAAAAAAAAAAA DAAR IS HET PLEIN IK STA OP HET PLEIN IK STA BIJ DE KATHEDRAAL

Tien minuten stil gestaan en stilletjes de tranen laten bungelen over m’n wangen. Daarna m’n stok weggegooid, tas af en op de grond in de plassen in de regen en keihard lopen janken.

Ik ben er. Na drie bijna vier maanden lopen, afzien, pijn, genieten, in de natuur, lol, nieuwe vrienden, onzekerheden, veel ontmoetingen, eenzaamheid BEN IK ER. IK BEN ER!!

Geen kilometers meer voor mij. Nul. Ik ben bij het einde van mijn reis. IK BEN ER!

Alles ging door mij heen. Mensen kwamen naar mij toe om mij te feliciteren, een knuffel te geven. Ik zag allemaal bekenden die ik tijdens m’n reis tegen ben gekomen en iedereen was blij, opgelucht, verdrietig en boos tegelijk. In stilte, in tranen, in lachen.

Na een uur was het wel welletjes en ben ik weer eens opgestaan en mezelf bij elkaar geraakt. Tijd voor het echte werk: de Compostela. De oorkonde. Dat hoort er bij.

Wat een bedrijf weer. Allemaal pelgrims in de rij. Pelgrims die 900km, 100km of 3000km hadden gedaan. Ze waren hier allemaal. Na ruim een uur wachten was ik aan de buurt en potverdrie, de vrouw achter de balie deed moeilijk en wilde mij bijna geen Compostela verlenen. Ho eens! “Ik zie geen stempel van Sarria.” (De stad waar je begint als je alleen de laatste honderd loopt.) NEE DAAR LIEP IK DOORHEEN HALLO ZIE EENS IK HEB TWEE PASPOORTEN VOL MET STEMPELS!!

Uiteindelijk kreeg ik m’n diploma, terecht, anders was de hele trip voor niets. Nee grapje.

Ik maakte al grapjes met mensen om de Compostela te verbranden. Stom stuk papier. Alles zit in je hoofd. 

Goed, bed regelen. Oh nee eerst naar de huiskamer. Oh nee de bus. Jee ik moest allemaal dingen regelen en ik wilde helemaal niets. Dus ben ik weer naar buiten gegaan en even naar mensen gekeken. Daarna zag ik een bord naar de huiskamer en ben er gaan kletsen. De Huiskamer is een plek voor alle Nederlandse en Vlaamse pelgrims die Santiago hebben behaald.

Bus geregeld, bed geregeld. Fine. Nothing to do.

Op m’n teenslippers uren door de stad geslenterd. Cadeautjes voor mezelf gekocht, bier gedronken met Felix, Christian, de Zweed, zag ik ook ineens op het plein. Heerlijke inktvis gegeten en daarna was het tijd voor de pelgrimskerkelijke toestand.

Zónder groot wierook toestand, want dat is alleen op vrijdag of je moet vierhonderd euro betalen (sommigen zeggen tweehonderd). Duurde eeuwen. Ik ben gewoon niet zo goed met kerkelijke katholieke toestanden. Zitten, staan, zitten, staan, zingen, spaans, bidden, op de knieen, zitten, elkaars handen schudden (toen schoten Christian en ik in de lach en vanaf daar kwam het niet meer goed).

Ok. Ik ben klaar. Mijn pelgrimsreis zit er op.

Het was geweldig. België met Wim, Frankrijk met m’n Belgen Kris en Stefan en later Tilburger Guust. En in Spanje te veel om op te noemen.

Nu ga ik naar huis. Dertig uur in de bus zitten en de weg in reverse in fullspeed vanachter een glas bekijken en beseffen hoe dit was.
Bedankt allemaal voor de lieve reacties. Voor de steun.

Hele dikke zoen,
Pelgrim Zora

Dag 101-103

weer: wat gebeurt hier?! regen regen regen, merk dat ik de bergen over ben en bijna bij zee. 23°C
afstand: 47/45/40
dorpen: a péna, casanova o mato, santa irene

Lief dagboek,

Zo blij zo enthousiast, als een kind! Het einde mijn doel de laatste stappen. Ze zijn er nu.

Voordat ik wegging had ik nagedacht hoe Nederland, Belgie en Frankrijk zou zijn… Maar Spanje dat was nog zo ver weg. En de dagen net voor Santiago dacht ik al helemaal niet aan.

Maar goed ik ben bezig met de laatste 100km… Verdomme verdikkeme JAA!

Ware blijdschap na lange dag en geen steen. Dan maar zo!

De heftige bergen hebben we achter ons en we lopen nu naar beneden, naar de zee. Maar het blijft klimmen en ik kan niet meer bedenken hoevaak we ‘more climbing, last one’, hebben gezegd. Ja dit is de laatste, ik zweer het. Ik kijk even in m’n boek, nee geen klimmen meer! Allemaal leugens. Wat een zware dagen.

En ondertussen doen we wel rond de 45km. Het is misschien gek, en veel, maar het voelt heel natuurlijk. Twee maanden geleden was 35 pittig, 30 veel, 25 normaal en 20 ok. Nu is alles met tien omhoog. Maar wat wil je als je al bijna 3000km hebt afgelegd.

“Ik ga even een rondje lopen met de koeien, joe!”

En wat zegt dit nog meer? Na bergen, komt… Óf zon en droogte óf frisjes en regen.

En laten we nou net de droogte dorre periode al gehad hebben. REGEN! Vandaag helemaal nat geregend. Maar echt woest. Ik had m’n poncho over mijzelf en m’n tas, maar dat is zo onhandig en koud was het niet, dus er werd een soort sauna gecreëerd onder m’n poncho. Ik deed hem alleen om m’n tas en liet me helemaal nat regenen. HEERLIJK. Want boeie, ik ben toch bijna in Santiago.

Dat bleek ’s avonds tot een verrassing te komen. De roosjes die ik als hippie al vanaf St Jean op mijn hoofd heb, gaven helemaal af en ik was ineens het scandinavisch meisje met roze haar. Oké dan.

Nu was al bekend dat hoeverre je op de camino komt, hoe drukker het wordt. Maar het hoogtepunt is in Sarria. Een grote plaats net voor de 100km steen. Daar beginnen -serieus- klassen met kinderen van 14 tot 18 jaar. Bij de kathedraal in Santiago krijg je enkel de oorkonde als je de laatste honderd hebt gelopen. Belachelijk natuurlijk want dat doe je in drie dagen! Maar goed. En ik wist dat het heftig was, nog heftiger dan de shock toen ik op de Camino Frances kwam vanuit het rustige Frankrijk, maar een keer liep ik (weer eens) een heuvel op, keek naar de weg voor me en zag serieus HONDERDEN pelgrims. Daar is de pelgrimtrein!

De route die ik heb afgelegd

Op weer een doldwaze dag van bijna 50km kwamen Filippe en ik aan bij een albergue. Tijd om te stoppen.

Vol.

Ok dan maar drie km verder. Pff. Al die stomme mensen hebben nu ons bed. Wij verdienen een bed! Meer klimmen ondertussen…

Vol.

Álles is vol. En bij de privé herbergen kun je reserveren, wat al die fakers doen. Want pelgrims, die lopen gewoon en stoppen als ze moe zijn. Maar dat is ook verleden tijd. (En ja dat mag ik nu zeggen als pelgrim-zijn voor bijna vier maanden.)

Wat nu? Buiten slapen dan maar? Schuilplaats zoeken en slaapzak uitrollen? Nog een plek proberen…

Waar we terecht kwamen was hilarisch primitief, klein en zijn maar snel gevlucht naar de bar. Maar we hadden een bed, een (warme) douche en een dak boven ons hoofd.

Dorpje bovenop de berg waar zelfs de muziek bij het interieur past. Net een film.

Verandert de sfeer hier, nu de eindstreep in zicht is? Ik vond dat een moeilijke vraag, ook al stel ik hem mijzelf.

Wat ik persoonlijk merk is dat je groepen krijgt. Je kent de mensen die al langer lopen en serieus de weg lopen. Deze mensen onderling zijn hechter met elkaar. Het is een beetje zoals net in het begin op de Frances, dat er was tussen pelgrims die ook in Nederland, België of Frankrijk waren begonnen. Ja, die groep is heel hecht, want wij hebben het verdikkeme gedaan en zijn er bijna!

Je merkt aan de jonge klasmensen dat het hen niet interesseert en liever met elkaar bezig zijn, harde muziek willen luisteren en het niet zien dat er een grote roofvogel net boven je hoofd vliegt. Dat soort dingen.

Hier sliep ik!

Ach, ze moeten het ook lekker zelf weten. Ik ga gewoon verder met blij en enthousiast zijn en genieten van de laatste meters!

Kusjes van een bruin gekleurd meisje waarvan de huid helemaal klaar is met de zon, wenkbrauwen en wimpers zo wit als een konijntje, al drie maanden dezelfde kleren draagt en een bonk spier is.